Wat is osteopathie?
Osteopathie is een manuele therapie met als doel het zelfregulerend vermogen van het lichaam te bevrijden, zodat het zijn werk kan doen: herstellen. Dit doen we door de beweeglijkheid van weefsels zoals organen, gewrichten, spieren, enz. te verbeteren. Op deze manier helpen we mensen hun lichamelijke pijn en klachten te verminderen of er vanaf te komen. We bestrijden dus geen symptomen, maar helpen het lichaam beter functioneren door het zelfregulerend vermogen ‘aan te zetten’.
Osteopaten gebruiken verschillende manuele technieken, zoals onder andere gewrichtsmanipulatie, zachte fasciale technieken en handgrepen gericht op de fluïda (vloeistoffen). Osteopathie is dan ook een effectieve behandelmethode voor veel aandoeningen, waaronder rugpijn, hoofdpijn, nekpijn en sportblessures.
Een osteopaat kijkt ánders
Osteopaten kijken anders naar het lichaam en de gezondheid van een patiënt, omdat ze niet uitgaan van klachten of een ziekte, maar een holistische benadering hanteren. In plaats van alleen te kijken naar de symptomen en specifieke aandoeningen, nemen ze ook de gehele fysieke, emotionele en externe invloeden op de gezondheid van de patiënt in overweging. Een osteopaat onderzoekt en behandelt zo het hele lichaam, van top tot teen.
Het lichaam is namelijk één geheel en spanningen en blokkades in één gebied kunnen leiden tot verstoringen op andere plekken. Osteopaten zijn opgeleid om dit geheel in kaart te brengen en op zoek te gaan naar de oorzakelijke verbanden voor klachten. Daarom werken osteopaten ook nauw samen met de patiënt om te onderzoeken hoe beweging, houding en leefstijlfactoren bijdragen aan de gezondheidsproblemen.
Door deze holistische benadering is er een positief effect in het welzijn en kunnen klachten, ook die soms al langer aanwezig zijn, verminderen.
Zo ziet een behandeling van een osteopaat eruit
Een osteopathische behandeling begint met een uitgebreid vraaggesprek, een zogenaamde anamnese. Hierbij vraagt de osteopaat naar belangrijke gebeurtenissen uit het verleden die van invloed kunnen zijn op het lichaam, zoals ziektes, trauma’s, operaties of opgelopen letsel.
De osteopaat onderzoekt vervolgens het lichaam met zijn handen. Zijn/haar handen zijn getraind om niet alleen de beweeglijkheid van grote en kleine gewrichten, zoals de wervelkolom, ledematen en schedel, te voelen, maar ook de zachtere weefsels, zoals ruimte rond organen, bloedvaten en zenuwen.
Tijdens de behandeling gebruikt de osteopaat alleen zijn/haar handen om via directe of indirecte technieken de beweeglijkheid van weefsels, gewrichten of organen te verbeteren. De technieken worden op alle aspecten van het lichaam toegepast, ook waar de klachten zich niet bevinden, maar daar wel invloed op uitoefenen.